Straks stap ik weer op de veerboot
Neem ik mijn kampeerspul mee
Zit ik heerlijk bij mijn tentje
Loop ik ’s morgens naar de zee
Mensen worden langzaam wakker
Een toilettas in de hand
Met z’n allen gaan ontbijten
En dan heerlijk naar het strand
Ik zie de koppies van mijn kind’ren
Hoe gelukkig ze hier zijn
Én denk met een beetje weemoed
Nu al zó groot, gister nog klein
Straks zit ik weer bij de Bolder
Met mijn vrienden op ’t terras
Met een Bolderhap of pizza
Wordt het weer zoals het was
Verruil ik huis en al mijn luxe
Voor de eenvoud van een tent
Omdat daar op ’t mooie Vlieland
Mijn geluk haar toppunt kent
Dan omhels ik weer mijn vrienden
Zie ik Sien gaan op haar fiets
Staar ik uren naar de wolken
Of doe gewoon hé-le-maal niets
’s Avonds als ik in mijn bed lig
Neemt de slaap me zachtjes mee
En terwijl de nacht dan invalt
Hoor ‘k het ruisen van de zee
Straks lijkt nog zo vreselijk ver
En als ik dan de beelden zie
Van die stille, lege camping
Daar op mijn geliefde Vlie
Kan ik echt alleen maar hopen
Dat áls het straks weer beter gaat
En wanneer ik eind’lijk opstap
Ik al mijn zorgen achterlaat
~corine 30-4-2020~