Selecteer een pagina

Een paar jaar geleden schreef ik een ode aan Bessie mijn fantastische rode Suzuki Alto. Of zoals mijn kinderen altijd zeiden ´Zoekzoekie Salto´ Dat eerste had ermee te maken dat ik nogal eens mijn auto ´kwijt´ was of de gewoonte had om na het tanken in een verkeerde auto te willen stappen (lees: juiste kleur, verkeerde merk) en dan stomverbaasd was als ik de deur maar niet open kreeg. Om er dan na even goed kijken achter te komen dat ik bij een totaal verkeerde auto stond en dan quasi nonchalant, pomtiedom, probeerde weg te lopen. Mijn hoofd roder dan Bessie haar rode wangetjes.

Gelukkig hebben we de Salto nooit met haar gemaakt. Ze tufte en bracht ons waar we wilden. Tenminste, als ze wilde starten. Bessie had af en toe wat opstartproblemen. Nou was dat niet altijd Bessie haar schuld hoor. Ik had er eerst geen ´piepdingetje´ die mij vertelde dat ik mijn lichten nog aan had. Dus vergat ik Bessie haar lichten af en toe. Het toppunt was die keer dat ik voor een date naar Groningen ging, Bessie in de parkeergarage zette en na afloop van de date erachter kwam dat ik haar lichten had laten branden. Behulpzame mensen wilden haar toen naar boven slepen maar aangezien Bessie een automaat was resulteerde dit in een bijna doorgebrande motor voor hun eigen auto. Daar stonden we dan. Nog net niet uit de parkeergarage, mensen die snel met hun auto op de vlucht sloegen en Bessie die haar raampje tot overmaat van ramp ook nog liet vallen. Ik hoef niet te vertellen dat het met die date uiteindelijk niks is geworden.

Ik nam me voor om Bessie haar lampen nooit meer te laten branden…en dat nam ik me de daaropvolgende jaren nog een aantal keren voor. Leve al die fantastisch behulpzame mensen met hun startkabels. En mijn dank gaat nog altijd uit naar al die fantastische ANWB´ers die me toch telkens verzekerden dat ze een kras dametje was die nog zeker een aantal jaren mee kon. Zeker toen ze een nieuwe accu kreeg en ik er gelijk een vreselijk irritante pieper in liet zetten zag je haar ronken en glimmen van trots. Ook liet ik haar raampje, wat in het begin spontaan nog wel eens naar beneden zakte, maken. Bessie kreeg een make-over. En wat deed dat haar goed.

Lieve Bessie, die de kinderen en mij overal heen bracht. Naar Amsterdam, naar vriendinnen in Holten en Meppel. Naar mijn lieve mama in het UMCG in Groningen, die toen al zo ziek was. Samen met mijn zus in de auto. Als wij samen wat ondernemen noemen we onszelf altijd Riek en Siets, naar de ongetrouwde tantes van mijn moeder. ´Hup Riek, zit je goed, gordel om. Zeker Siets, weet je zeker dat we in de juiste auto zitten en denk je om de lichtjes! ´ Wat waren dat waardevolle ritjes. Ondanks de zorgen en verdriet samen ook lachen.

De vakantie op Terschelling die we kort na het overlijden van mijn moeder van hele lieve vrienden kregen aangeboden. Hoe heerlijk het was om met haar daarin die eerste koude januaridagen rond te tuffen. Samen met de kinderen uitwaaien en ons verdriet ergens een beetje een plekje te geven.
Al die keren dat ze mij naar mijn werk bracht, de kinderen naar school, spullen naar de kringloop en boodschappen met mij ging doen. De mega kerstboom die ze gewoon vervoerde, met mijn leerlingen een herinneringsboompje ophalen en via de binnenweggetjes terug naar school.

En de ritjes met mijn oma. 100 jaar was ze toen al die lieve, lieve oma Eltje. Ik haalde haar op en dan gingen we samen winkelen. Oma in de auto, rollator achterin en shoppen maar. Ik kan me vergissen maar volgens mij deed Bessie dan extra haar best en extra voorzichtig. Twee machtig mooie oude besjes bij elkaar.

Mijn lieve Bessie, mijn lief oud rammelend krakbakje met haar prachtige krachtige motortje. Ze bracht me overal zolang ik haar lichten maar op tijd uit deed, zolang ik haar maar op tijd benzine gaf (Wat af en toe ook een dingetje was)zolang ik maar niet de sleutels in haar liet zitten en zelf buiten stond of haar in een dikke sneeuwbult parkeerde.Op haar stoelen lagen zachte kleedjes en ze had bloemetjes op haar ramen. Totdat mijn groter wordende zoon voorzichtig opperde of de bloemetjes er niet af konden. Hij zat al steeds tussen allemaal vrouwen. Bessie en ik begrepen het wel en in overleg besloten we: less is more.

Maar bovenal gaf ze me heel veel vrijheid. Het gevoel zo weg te kunnen. Een vriendin van mij zei me eens: Je rijbewijs en je auto zijn de navelstreng met de buitenwereld. En dat is wel een beetje hoe ik het voel. Zeker nu ik al meer dan twee jaar geen auto meer heb. Wel een rijbewijs gelukkig.

Dat rijbewijs was trouwens ook een dingetje hoor. Niet dat ik daar mega lang over heb gedaan. Je zou het bijna denken met alles wat ik hiervoor heb geschreven. Maar ik begon er pas laat mee. Ik haalde mijn rijbewijs pas rond mijn 32e. Pas na mijn scheiding. Het was mijn moeder die zei:’En het eerste wat jij nu gaat doen is je rijbewijs halen’

De rijlessen waren hartstikke gezellig en ook mijn examen was eigenlijk heel leuk. Goed de eerste keer zakte ik. Dat was vrij logisch als je de auto zo’n twintig keer af laat gaan. Na afloop, toen mijn rijinstructeur, mijn examinator en ik samen in het gebouwtje waren zei ik jankend van de spanning tegen de examinator “Bedankt voor uw eindeloze geduld, ik huil niet van teleurstelling hoor. Het zou erger zijn als u me nu wel zou laten slagen.” En die examinator was gewoon een hartstikke geschikte vent. Totaal niet een uit al die horrorverhalen die ik had gehoord. Hij zei: “Corine, je rijdt helemaal niet slecht alleen het is net als bij koken met teveel pannetjes en te weinig pitjes, jij hebt teveel pannetjes op het vuur staan en je overzicht raakt daardoor weg.” Sniffend zei ik: “Maar ik kan ook helemaal niet goed koken” waarna we met z´n drieën heel hard moesten lachen. Op advies van hem en mijn rij instructeur heb ik nog twee lessen in een automaat gevolgd en mocht daarna weer examen doen. En wat schetst mijn verbazing: Ik had dezelfde examinator. Het was een fantastisch relaxt en gezellig examen. Ik reed, we kletsten over onze kinderen en ik vertelde dat ik de mijne oranjekoek van de Hema had beloofd als ik zou slagen. Want daar hielden ze van. Na afloop zei hij: ” Ik ga met jou twee afspraken maken, ten eerste ga je naar de opticien om te kijken of een bril toch jouw luie oog wat kan helpen want ik zie je ogen soms knijpen én…je gaat hierna naar de Hema en koopt een dikke taart voor die kinderen van jou want je bent geslaagd.”

En zo kwam ik aan mijn rijbewijs en kwam na eerst een donkerblauwe Suzuki Swift, Bessie in mijn leven. Maar na zo´n vier, vijf jaar was op dat moment ons gezin wat groter en was het tijd om afscheid te nemen van haar. En dat, dat deed me echt pijn. Bessie haar opvolger was Gunther. Duits, groot, degelijk en met trekhaak dus een mannetje. Alhoewel ik er pas later achter kwam dat Bessie een afneembaar trekhaakje had in haar kofferbak. Misschien was Bessie gewoon de eerste genderneutrale auto. Maar Gunther was niet Bessie.

Volgens mij snapte ze het wel en na haar nog extra te hebben opgepoetst en haar honderdduizend keer te hebben bedankt, na haar een dikke kus op haar motorkapje te hebben gegeven nam ik met dikke buikpijn afscheid van Bessie. Dag lieverd, rij nog heel veel veilige kilometers en geniet van al het moois wat je ziet onderweg. Ik hoop dat niemand je lichtjes meer vergeet.

Door de jaren heen let ik nog altijd op of ik haar zie. Ik kwam haar twee keer tegen. De eerste keer was bij de kringloop en toen ik naar binnen keek zag ik een zacht dekentje op haar achterbank liggen. Een zacht dekentje bij lieve Bessie.

De laatste keer dat ik haar zag was vlakbij het gemeentehuis. Ik fietste daar netjes en werd bijna van mijn roze fiets gereden door een rood autootje dat te snel en een beetje op de verkeerde weghelft reed. Toen ik licht verontwaardigd en nogal geschrokken omkeek zag ik tot mijn grote verbazing dat het mijn Bessie was. Mijn Bessie had me bijna platgereden…. Maar dat. dát zal vast niks persoonlijks zijn geweest, toch?

Corine