Selecteer een pagina

Ik stuurde een kaartje naar Apen en Beren

en vroeg ze te komen bij mij op de thee.

Ook Angst en Onzekerheid kregen er eentje

en na héél veel aarzelen kwamen ze mee.

Ik dekte de tafel met een mooi kleedje,

het mooiste servies pakte ik uit de kast.

En bij ieder kopje lag een píepklein kaartje,

met daarop geschreven de naam van de gast.

Ik plukte wat bloemen, vulde de theepot

en schalen vol taartjes, chocolade en koek.

Toen was het klaar en kon ik gaan wachten

tot de bel me vertelde: “Daar is het bezoek.”

Apen en Beren stormden mijn huis in

en gelijk kwam Paniek daar achteraan.

Ook zonder uitnodiging kwam het wel binnen,

zoals het zo dikwijls al had gedaan.

Ik pakte een stoel, ik pakte een kopje,

Zei: “Welkom Paniek, welkom mijn gast.”

Paniek stopte gelijk ’t hypérventileren,

stopte, ging zitten en keek heel verrast.

Angst en Onzekerheid stonden te aarzelen.

Daar voor de drempel en riepen in koor:

“Wélke keus is de juiste? En wát is gepast?”

“Wie gaat er als eerste? Wie gaat er voor?”

Ik gaf ze wat ruimte, ik gaf ze wat tijd,

terwijl de rest riep dat ze wilden beginnen.

En na heel wat wikken en na heel wat wegen

Stapten Angst en Onzekerheid samen naar binnen.

Dat zaten ze dan, mijn Gasten aan tafel

en ik keek ze állemaal stúk voor stuk aan.

Zij die er zo dikwijls ongénodigd waren,

Waarvan ik vaak hoopte dat ze zouden gaan.

“Goed luister” zo sprak ik, tegen hen allen,

“Per direct gaat er hier iets verand’ren in huis”.

“De deur staat vanaf nú permanent open,”

“Dus wil je naar binnen, voel je dan thuis.”

Angst zat, zo zag ik, een beetje te beven,

Apen en Beren keken verdwaasd in ’t rond.

Onzekerheid liet de halve taart vallen,

En veegde: “Duizend maal sorry” het snel van de grond.

“Ik kan me verzetten, ik kan het niet willen,”

“Maar weet je, daar help ik mezelf écht niet mee.”

“Jullie horen nou eenmaal bij mij in dit leven,”

“Dus wil je wat aandacht, dan zet ik thee.”

“Dan praten we even, gewoon mét z’n tweetjes,”

“Ik luister en ben ook bést met je begaan,”

“Maar ik laat me níet meeslepen met ál je drama,”

“De regie in dit huis ligt bij mij nu voortaan”.

Het bleef even stil, hier aan de tafel,

zo stil was het lang niet in mijn huis geweest.

“Kom vrienden” zei ik: “Neem nog een taartje,”

“Vandaag ben je te gast, hier bij mij op dit feest.”

Daar zat ik dan, met míjn gedachten aan tafel

en ik keek ze állemaal stúk voor stuk aan.

“Het zijn maar gedachten én dus geen feiten”

“En gedachten die komen, komen en gaan.”

Toen stond ik op en liep naar de deur toe,

Want daar voor de deur stond wéér een rij.

Met nog véél meer gasten zoals Blijheid en Moed

Ook zij hoorden hier in dit huis dicht bij mij.