Selecteer een pagina

Daar zat ik, op de schommel, in een droom van een jurk. In de dromerigste trouwjurk die ik ooit aan had gehad.

In de énige trouwjurk die ik ooit aan had gehad (de oude trouwjurk van mijn moeder tijdens het verkleden vroeger niet meegerekend)

In een super prinsesserige droom van een trouwjurk.

Prinsesserig is geen correct Nederlands woord. Mijn spellingscontrole slaat nu op tilt. Prinsessenjurk is wel correct Nederlands. Maar toch vond ik het meer een prinsesserige jurk.

We hadden een feest. Een feest voor mijn vriendin die ging trouwen. Een vrijgezellenfeest.

Vrijgezellenfeest is wel een correct Nederlands woord.

Mijn vriendin had nog nooit in haar leven een vrijgezellenfeest meegemaakt. Ik ook niet.

Ze wilde graag trouwjurken passen en wij mochten mee.

Wij mochten mee en wij mochten ook allemaal een trouwjurk passen.

Heb ik al gezegd dat ik een super lieve vriendin heb.

Ik had nog nooit een vrijgezellenfeest gehad maar vond het ’t beste vrijgezellenfeest ooit.

We liepen gehuld in wolken van tule, satijn en zijde.

En we lachten. pasten, draaiden en zwierden.

We maakten foto’s.

Herstel, we maakten héél véél foto’s…… en óók filmpjes.

De zon scheen, de madeliefjes en paardenbloemen bloeiden in het gras en de lucht was blauw.

Knalblauw……met witte bloemkoolwolken. Maar ik noemde het suikerspinwolken want dat klinkt koninklijk.

En daar was die schommel waar we op mochten zitten.

Een prinsessenschommel.

Een prinsesserige prinsessenschommel.

Een voor een, om de beurt, gingen we erop.

En toen was het mijn beurt.

Ik vlijde mij neer op de schommel.

Althans, dat probeerde ik.

Ik ben niet zo goed in neervlijen.

Ik ben iets onhandig en plof meestal nogal onbehouwen neer.

Maar ik probeerde het.

Ik vlijde neer.

en daar zat ik…..

De vogels floten zo mooi.

Ik lachte naar de fotograaf.

Durfde zelfs zacht te schommelen.

En toen…toen wilde ik niet meer naar huis.

En ook zeker niet van die schommel.

En al helemaal niet uit die mooie prinsesserige prinsessenjurk.

Ik wilde zo, in de jurk, naar huis

Alsof ik een prinses was.

En oke, al was ik dan geen échte prinses dan wilde ik de jurk toch aanhouden en doen alsof.

Als een ‘net alsof’ prinses.

ik wilde er in slapen.

En ik zou ook gewoon in deze droom van een jurk de wc en badkamer schrobben.

Ik zou boodschappen doen en vriendelijk de mensen groeten in de supermarkt terwijl ze ‘oh’ en ‘ah’ riepen en tegen elkaar zeiden: “Wat is ze toch gewoon gebleven. voor een prinses.”

Daarna zou ik elegant mijn laarzen aantrekken om in de tuin te werken. Juist omdát ik zo gewoon was gebleven.

Maar ja, dát doen échte prinsessen natuurlijk allemaal niet.

Die schrobben geen wc’s en badkamers.

Die hebben geen modder onder hun nagels.

Die schrijden, paraderen en drinken kopjes thee met hun pink omhoog.

Ik durf niet te paraderen.

En ik heb wel mooie porseleinen kopjes voor de thee maar vergeet altijd mijn pink omhoog te doen.

En voor schrijden loop ik veel te snel.

Dus de jurk moest weer uit.

Het feest was voorbij en er was ook geen koets of glazen muiltje.

Maar wel, héél even, het gevoel van een klein sprookje daar op die schommel.

Een mooi prinsesserig prinsessensprookje

En hopelijk….

Hopelijk ook nog een lang en vaak bést gelukkig.