Ik droom de laatste tijd nogal veel en levendig. Afgelopen nacht was ik voor de zoveelste keer zelf aan het verhuizen en daarnaast ook mijn ouderlijk huis aan het leeghalen.
Terwijl ik in mijn droom druk aan het sjouwen was met spullen zag ik plotseling twee muggen, het waren twee dames, op de muur in het huis.
Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, begonnen deze dames tegen mij te praten. Eerst sprak Egberdien en daarna ook Thea (dat waren hun namen) Ze vertelden mij dat ze bekenden waren van mijn zus en van haar hadden gehoord dat ik wel wat hulp kon gebruiken.
Dus daar waren ze dan. Ze waren tenslotte de beroerdste niet.
Als ik me nou bezig zou houden met het gesjouw, dan zouden zij de grote schoonmaak op zich nemen. Ik was, zoals jullie zullen begrijpen , nogal in mijn nopjes met deze fantastische hulp.
Even later kwam er nog een derde mug, die Petra heette, zich aansluiten bij de andere twee dames. Petra , die hoogzwanger was, pufte dat het wel érg warm weer was. De drie dames mug, die elkaar al kenden zo bleek, spraken afwisselend Fries en Nederlands.
Zwangere Petra zei op een gegeven moment dat ze wel wat bloed van mij moest hebben want dat is wat zwangere muggen nodig hebben. Dat snapte ik: “women supporting women” of course, dus bood ik mijn arm zonder gepiep aan zodat zij kon beginnen met aftappen. Appeltje eitje.
Terwijl we daar zo zaten, babbelden we wat. Ik zei dat ik vond dat ze rustig aan moest doen met haar zwangere lijfje. Dus niet zwaar tillen en het zware schoonmaakwerk aan ons overlaten. Het was belangrijk dat ze haar kinderen en zichzelf op nummer één zette.
Terwijl we daar zo rustig zaten te babbelen kwamen er plotseling steeds meer muggen binnen gevlogen. Ze kwamen door de openstaande ramen, door de openstaande deuren en kletsten ondertussen zo hard met elkaar dat het steeds meer begon te zoemen in de overvolle ruimte. Het zoemde en zoemde tot alles overstemd werd door gezoem.
Ik zwaaide met mijn armen en riep tegen die grote zwerm almaar groeiende en kletsende muggen dat het er teveel waren. Ik. smeekte hen om weg te gaan Maar het hielp niet. Ze bleven komen. Hele zwermen en het gezoem werd oorverdovend.
Ik zwaaide, ik riep en zwaaide weer. Dit keer als een volleerd zwaaier. En zo werd ik, met het gezoem nog in mijn oren, zwaaiend wakker.
Het was stil in mijn kamer.
Het gezoem was gestopt.
Behalve de haan van de achterburen en wat actieve mussen was er niks.
Geen gezoem.
Geen geklets.
Alleen maar stilte….
Toen ik opzij keek naar het raam, viel mijn oog op iets kleins en donkers naast mijn kussen op de matras.
Het was het levenloze, ontzielde lichaampje van een mug.
In alle consternatie en door al mijn gezwaai….
had ik de zwangere Petra geplet en….
vermoord……